Soorten pensioen
Drie soorten pensioen
In Nederland zijn er drie soorten pensioen :
1) ouderdomspensioen
2) nabestaandenpensioen (partnerpensioen en wezenpensioen)
3) arbeidsongeschiktheidspensioen
Ouderdomspensioen
Het ouderdomspensioen gaat in vanaf de pensioendatum en loopt tot je overlijden. Het wordt meestal per maand uitbetaald. Soms kun je het
ouderdomspensioen eerder laten ingaan. Het pensioen wordt dan lager. Ook kun je soms je pensioen uitstellen. Dan wordt het pensioen hoger.
Nabestaandenpensioen
Nabestaandenpensioen is het pensioen dat na jouw dood uitgekeerd wordt aan je nabestaanden. Er bestaat pensioen voor:
- de achterblijvende partner: partnerpensioen
- de achterblijvende kinderen: wezenpensioen
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Het arbeidsongeschiktheidspensioen is een aanvulling op de wettelijke arbeidsongeschiktheidsregeling, de WIA. Het arbeidsongeschiktheidspensioen
eindigt wanneer je de pensioendatum (vaak de 65-jarige leeftijd) bereikt. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid krijg je ook maar een deel
van het pensioen. Lang niet alle pensioenregelingen hebben een arbeidsongeschiktheidspensioen. Wel is in de meeste pensioenregelingen vastgelegd
dat bij arbeidsongeschiktheid de opbouw van ouderdoms- en partnerpensioen gewoon wordt voortgezet, zonder dat je premie betaalt.
jou als deelnemer kan de beschikbarepremieregeling een nadeel hebben: je kent wel de hoogte van de premie, maar de hoogte van je uiteindelijke pensioen
is onzeker.